Station Hooghalen

Station Hooghalen

Ze keek haar ogen uit op het overvolle perron. Honderden mensen drongen bij elkaar in de schaduw. Ze droegen hun dikste winterjassen, ook al was het al vroeg in de lente. Het leek alsof ze het hele huis hadden ingepakt. Sommigen hadden koffers die uitpuilden, anderen hingen zakken over hun schouder of bonden hun huisraad bij elkaar met een riem. 

Tara staarde ze vol ongeloof aan. 

‘Mama? Gaan al die mensen naar het buitenland?’

 De opwinding borrelde in haar maag. Alsof er wurmen door haar buik krioelden. Ze had haar hand in die van mama en kneep stevig in haar zachte vingers. In de andere hand hield ze het rieten koffertje. Tara had alle spulletjes die ze nodig had. Haar lievelingstrui, haar witte sokjes met het ruche aan de bovenkant, het dekentje dat Bobe had gehaakt en natuurlijk mevrouw Beer.

‘Mama, hoe lang duurt het nog?’

Ze keek even omhoog. Mama had een rode sjaal om haar nek geknoopt. Haar haren waren omhoog gebonden in een dikke zwarte staart.

‘Ik weet het niet liefje,’ mama glimlachte scheef, ‘vast niet lang meer.’

Tara knikte, ‘en zien we Bobe en Zeyde dan meteen mama? Ik wil ze zo graag zien.’ 

De scheve lach om mama’s mond verwrong nog verder. Misschien wist zij ook niet precies waar ze waren. Mama miste ze vast nog erger dan zij. Het waren haar papa en mama. Tara kon zich niet voorstellen dat ze haar mama zo lang niet zou zien. Ze hadden ook zo weinig van ze gehoord. Tara vond dat nog steeds gek. Eén keer maar hadden ze een briefje gehad. Mama had het voorgelezen en Tara wist nog precies wat Bobe had geschreven. 

 

Lieve Mindel en Tara, 

Het gaat goed met ons en we hopen jullie snel weer te zien. Kom maar niet naar ons toe. We hopen dat wij snel weer naar huis kunnen komen. 

Liefs van Bobe en Zeyde

 

Dat was in de winter geweest, en het voelde alweer zo lang geleden. Mama had er daarna nooit meer iets over gezegd. Zelfs niet als Tara er naar vroeg. Maar dat was veranderd toen er dinsdag een soldaat met een brief voor de deur stond. Eerst was mama heel lang stil geweest. Ze had rondjes door het huis gelopen en was even naar buiten gegaan. Pas toen ze ‘s avonds hun aardappels aten vertelde ze het. 

‘Liefje, mama gaat over drie dagen naar Bobe en Zeyde toe.’ Ze prakte de aardappels op haar bord tot een gele moes. ‘Jij mag dan bij Marie en haar ouders blijven tot ik terug ben.’

Tara voelde meteen de tranen achter haar ogen prikken. Mama keek alleen maar naar het bord met stamp.

‘Maar mama, ik wil ook mee.’

‘Dat kan niet liefje, het is helemaal in het buitenland.’

Tara slikte een hap geprakte aardappel door. 

‘Dat is een veel te zware reis voor een meisje van zes.’

Nu liepen er druppels langs haar wangen. Ze vond Marie heel lief, dat was het niet; maar ze wilde bij mama zijn. Ze wilde ook het buitenland zien. Ze wilde avonturen beleven. 

Tara huilde alle tranen die ze had, maar mama keek niet op. Ze sloeg haar vuisten heel hard op de tafel, maar mama deed alsof ze het niet hoorde. Luidkeels snikkend gooide ze het bord met stamp tegen de grond. Maar mama bleef zo stil als een muis. Ze keek alleen maar naar de aardappels waar ze geen hap van gegeten had. 

 

Twee dagen later had mama het rieten koffertje ingepakt. Na het donker gingen ze op de fiets. Mama trapte hard door want eigenlijk mochten ze niet op straat zijn. Ze reden langs de eikenbomen op de singel en gingen rechts bij de winkel van Meneer Bel. Mama zette haar fiets in het steegje bij Marie en samen liepen ze achterom. 

De papa en mama van Marie waren heel aardig. Toen ze binnen kwamen kreeg Tara meteen een groot bord pap met krenten terwijl mama met hen praatte. 

‘Dan ga ik maar liefje,’ zei ze na een kwartiertje. Mama legde een hand tegen haar wang. Opnieuw voelde Tara de tranen groeien. Niet alleen omdat ze hier moest blijven, maar ook omdat mama zo zielig keek. Misschien wilde ze haar eigenlijk veel liever meenemen. Waarom deed ze dat dan niet. Tara snapte er niets van. Ze klampte zich stevig vast aan mama’s smalle middel. 

‘Zal je goed luisteren?’ 

Tara knikte snikkend. Mama gaf haar nog één dikke knuffel en verdween door de achterdeur, naar de fiets in het steegje.

Die avond probeerden ze het gezellig te maken voor Tara. Ze had haar eigen bedje gekregen in de bedstee onder de trap. Samen met Marie had ze met de poppen gespeeld, en de mama van Marie had een verhaaltje verteld voor ze ging slapen. Toch huilde ze toen de bedstee dicht ging. En ze bleef huilen tot alle lichten in het huis uit waren. Pas toen ze had besloten om de volgende ochtend terug te gaan, viel ze in slaap.

 

Tara keek nog eens naar mama’s gezicht. Haar mama was altijd zo mooi. Ze had donkere ogen met lange wimpers, net als de pop in de etalage van de speelgoedwinkel. 

‘Fijn hè mama, dat ik toch meega.’ 

Ze knikte en keek haar eventjes aan. Tara zag dat haar ogen weer nat waren. Toen mama haar vanochtend had zien aankomen had ze heel hard gehuild. Tara was maar net op tijd. De auto met de soldaat was bijna vol. Er zaten nog meer kindjes uit het dorp en Tara hoopte dat ze in de trein bij elkaar zouden zitten. Tara zat bij mama op schoot en die hield haar stevig vast. Ze was vast blij dat ze er toch was. 

Er klonk een rollend geluid in de verte. Tara voelde de kriebels weer rondgaan in haar maag. 

‘Ik hoor de trein!’

Mama hield haar hand stevig vast. In de verte blies de grote machine witte rook in pluimen de lucht in. De remmen maakten een piepend geluid tot de trein voor hen tot stilstand kwam. 

‘Kijk mama, wat is hij groot hè!’ 

Er zaten geen ramen in de wagon. Zware deuren werden door de soldaten open geschoven.

‘Steig in den Zug bitte.’ 

Een soldaat gaf hen een duwtje in de rug. Tara slikte.

‘Moeten we hier mee naar het buitenland mama?’

Mama knikte, ‘Het is goed, straks zien we Bobe en Zeyde weer.’

Ze tilde Tara ophoog en zette haar in de wagon. De wurmen die eerst fijn in haar buik krioelden klommen nu via haar maag omhoog. Misschien had ze toch beter bij Marie kunnen blijven. De wagon was vol en er waren geen stoelen. Was een reis naar het buitenland toch niks voor meisjes van zes? Tara sloeg haar armen weer om mama heen. 

‘Het komt allemaal goed liefje’ mama kuste haar wang. 

Tara voelde de natte druppels van mama’s tranen. 

‘Achtung!’ 

De soldaat duwde een vrouw naar achteren. Een paar mensen vielen om en er klonk geschreeuw. Tara keek naar hun gezichten en ineens zag ze dat er overal tranen waren. Niet alleen bij mama maar op alle wangen. Op de wangen van de vrouwen en de kinderen, op de wangen van de mannen en op de wangen van een stoere jongen recht voor haar neus. Ze legde haar vingers tegen haar gezicht. Door de warme druppels heen staarde ze naar de deur. Toen schoof de soldaat hem in het slot en Tara werd opgeslokt door de kille donkere ruimte.

Het verhaal Station Hooghalen is een oorlogsverhaal over een fictief meisje dat gedeporteerd wordt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal werd derde in de wedstrijd Toen het licht uitging en gepubliceerd in een verhalenbundel.